Gezinshereniging met een begunstigde van een internationale beschermingsstatus

 

[Artikel 10, §1, 4° tot 8° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

Onder bepaalde voorwaarden kan een die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België is toegelaten vervoegd worden door bepaalde familieleden. 

Gezinshereniging met een meerderjarige vreemdeling die een internationale beschermingsstatus geniet

De familieleden die recht hebben op gezinshereniging zijn:

  • zijn/haar echtgenoot of de vreemdeling met wie een geregistreerd partnerschap gesloten werd dat als gelijkwaardig beschouwd wordt met het huwelijk in België die met hem komt samenleven, op voorwaarde dat de twee betrokkenen ouder zijn dan 21 jaar. Deze minimumleeftijd wordt echter teruggebracht tot 18 jaar wanneer het huwelijk of het geregistreerd partnerschap reeds bestond vooraleer de vreemdeling die vervoegd wordt in België aankwam.;
  • hun kinderen, die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en alleenstaand zijn; 
  • de minderjarige kinderen van de vreemdeling die vervoegd wordt, van diens echtgenoot of van de geregistreerde partner bedoeld in het eerste punt, die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van 18 hebben bereikt en ongehuwd zijn en voor zover de vreemdeling die vervoegd wordt, zijn echtgenoot of zijn geregistreerde partner het ouderlijk gezag, inclusief het recht van bewaring, uitoefent en de kinderen ten laste zijn van hem, diens echtgenoot of geregistreerde partner. 
  • de vreemdeling met wie hij door middel van een wettelijk geregistreerd partnerschap verbonden is, evenals de minderjarige kinderen van deze partner die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en ongehuwd zijn, en voor zover de geregistreerde partner het ouderlijk gezag, inclusief het recht van bewaring, uitoefent, en de kinderen te zijnen laste zijn;
  • het ongehuwd gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar van de vreemdeling die vervoegd wordt, van zijn echtgenoot of partner, voor zover het een attest voorlegt dat opgesteld werd door een door de Belgische diplomatieke of consulaire post erkende arts en dat aantoont dat het wegens zijn handicap niet in zijn eigen behoeften kan voorzien.

Nuttige info : er wordt rekening gehouden met de leeftijd die het kind had op het moment waarop het verzoek om werd ingediend. Wanneer het kind gedurende of kort na het bekomen van de internationale bescherming de leeftijd van 18 jaar bereikt, kan het verzoek tot internationale bescherming tot drie maanden na de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus worden ingediend.  Bij de beoordeling van deze termijn van 3 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.   [Zie artikel 10, §1, 4° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

Gezinshereniging met een minderjarige vreemdeling die een internationale beschermingsstatus geniet

De familieleden die recht hebben op gezinshereniging zijn:

  • de ouders van een minderjarige vreemdeling die met hem komen samenleven vooraleer hij de leeftijd van 18 jaar bereikt, op voorwaarde dat deze minderjarige vreemdeling België is binnengekomen zonder begeleiding van een krachtens de wet verantwoordelijke meerderjarige vreemdeling en vervolgens niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijke persoon gestaan heeft, of zonder begeleiding werd achtergelaten nadat hij het Rijk is binnengekomen.  [Zie artikel 10, §1, 7° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

Nuttige info : wanneer de vreemdeling die vervoegd wordt gedurende of kort na het bekomen van de internationale bescherming de leeftijd van 18 jaar bereikt, kan het verzoek tot gezinshereniging tot 3 maanden na de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus worden ingediend. Bij de beoordeling van deze termijn van 3 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.

  • de ouders van een minderjarige vreemdeling, op voorwaarde dat deze minderjarige vreemdeling die vervoegd wordt ongehuwd is en België verblijft onder begeleiding van één of beide ouders, en voor zover deze ouders met hem samenleven of komen samenleven in België alvorens hij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en mits de gezinsbanden reeds bestonden in het land van herkomst.   [Zie artikel 10, §1, 8° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

Nuttige info : er wordt rekening gehouden met de leeftijd die het kind had op het moment waarop het verzoek tot gezinshereniging werd ingediend.

Voorwaarden voor een gezinshereniging

De voorwaarden voor een gezinshereniging worden hieronder voor elk van de begunstigden uiteengezet.

Aanvraag tot gezinshereniging

De algemene regel is dat een aanvraag tot gezinshereniging moet worden ingediend bij de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor de verblijfplaats van het familielid in het buitenland.  [Zie Aanvraag ingediend in het buitenland - Visa] 

Andere familieleden

De andere familieleden van een vreemdeling die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is hebben geen recht op gezinshereniging.  Ze kunnen echter een met redenen omklede aanvraag tot machtiging tot verblijf indienen die met het oog op zijn eigen verdiensten zal worden onderzocht.   [Zie artikel 9 van de wet van 15 december 1980] 

 

De echtgenoot of de partner van een die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is heeft recht op gezinshereniging.  Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden voor een gezinshereniging is voldaan.

  • Huwelijk / Partnerschap dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met een huwelijk in België

De aanvrager moet gehuwd zijn met de vreemdeling die vervoegd wordt of een partnerschap in Duitsland, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden of het Verenigd Koninkrijk hebben afgesloten.

Indien de aanvrager of de vreemdeling die vervoegd wordt opnieuw in het huwelijk getreden is of in het geval van een nieuwe relatie, moeten de betrokkenen het bewijs van de ontbinding van het vorige huwelijk of de vorige relatie (echtscheidingsakte, overlijdensakte van de echtgenoot of partner, enz.) voorleggen, naast het bewijs van het huwelijk of het partnerschap.

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.

Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezins- of aanverwantschapsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

Nuttige info De aanvrager heeft geen recht op gezinshereniging wanneer een andere echtgenoot van de vreemdeling met een internationale beschermingsstatus reeds in België verblijft (polygaam huwelijk).

  • Leeftijd

De aanvrager en de vervoegde vreemdeling moeten meer dan 21 jaar oud zijn.  Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de echtgenoten bewijzen dat het huwelijk al vóór de aankomst van de vervoegde vreemdeling in België bestond.

→ De geboorteakte van de aanvrager en de vervoegde vreemdeling, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen. 

  • Verblijf

De vreemdeling die vervoegd wordt, moet als begunstigde van een internationale beschermingsstatus toegelaten zijn tot een verblijf in België.

→ Een kopie van de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus en van de verblijfstitel voorleggen.

  • Beperking in cascade van het recht op gezinshereniging

Wanneer de vreemdeling die wordt herenigd zelf werd toegelaten of toegelaten tot verblijf als echtgeno(o)t(e) of ongehuwde partner overeenkomstig de artikelen 10, 10bis, 40bis, 40ter, 47/2,1° of 57/34/1 van de wet van 15 december 1980, kan het recht om zich bij hem te voegen op grond van huwelijk of partnerschap slechts worden toegekend als hij bewijst dat hij sinds 2 jaar legaal in België verblijft en voor zover de voorwaarden voor gezinshereniging vervuld zijn. [Artikel 10, §3 van de wet van 15 december 1980, gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - Inwerkingtreding op 1 september 2024].

Bijgevolg zullen alle niet-EU/EER die in België verblijven in het kader van gezinshereniging als echtgeno(o)t(e) of partner, met uitzondering van diegenen die genieten van gezinshereniging op basis van artikel 57/34 van de wet van 15 december 1980, 2 jaar moeten wachten vooraleer ze zich in België kunnen vervoegen met hun nieuwe echtgeno(o)t(e) of partner.

  • Bestaansmiddelen

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepaling: de echtgenoot / de partner van een vreemdeling die een statuut van geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.   

  • Huisvesting

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling: de echtgenoot / de partner van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over een voldoende huisvesting beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.  

  • Ziektekostenverzekering

De vreemdeling die vervoegd wordt moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling: de echtgenoot / de partner van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over een ziekteverzekering beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.  

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

  • Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

  • Samenleven

De aanvrager moet met de vervoegde vreemdeling komen samenleven. 

Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de vervoegde vreemdeling om een duurzame levensgemeenschap te creëren.  In dat geval kan de aanvrager en/of de vervoegde vreemdeling voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd. 

Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een huwelijk met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren.  Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.

De wettelijke partner van een die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is heeft recht op gezinshereniging.  Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden voor een gezinshereniging is voldaan.

  • Wettelijk geregistreerd partnerschap

In België verwijst het geregistreerd partnerschap naar de verklaring van wettelijke samenwoning die voor een ambtenaar van de burgerlijke stand wordt afgelegd (cf. artikelen 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek).

→ De verklaring van wettelijke samenwoning of het bewijs van een wettelijk geregistreerd partnerschap voorleggen.

Nuttige info:

  • De aanvrager en de vervoegde vreemdeling moeten ongehuwd zijn.
  • De aanvrager en de vervoegde vreemdeling  mogen geen duurzame relatie hebben met een andere persoon. 
  • Het partnerschap geeft geen recht op gezinshereniging wanneer het wordt afgesloten tussen (i) bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn en verwanten in dezelfde lijn , of (ii) in de zijlijn, tussen broers, tussen zussen, of tussen broers en zussen, of tussen oom en nicht of neef, of (iii) tussen tante en nicht of neef.
  • Stabiele en duurzame relatie

De relatie tussen de aanvrager en de vervoegde vreemdeling moet stabiel en duurzaam zijn. Het duurzaam en stabiel karakter van deze relatie is aangetoond :

  •  indien de partners bewijzen gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken op legale wijze in België of een ander land te hebben samengewoond; ofwel indien
  • de partners bewijzen dat zij elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, kennen en het bewijs leveren dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag drie maal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen; ofwel indien
  • de partners een gemeenschappelijk kind hebben.

→ Het bewijs van het stabiel en duurzaam karakter van de relatie voorleggen.

  • Leeftijd

De aanvrager en de vervoegde vreemdeling  moeten meer dan 21 jaar oud zijn. Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de partners bewijzen dat ze vóór de aankomst van de vervoegde vreemdeling  in België al minstens een jaar samenwoonden.

→ De geboorteakte van de aanvrager en de vervoegde vreemdeling, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen, en, in voorkomend geval, het bewijs van een samenwoning van op zijn minst een jaar vóór de aankomst van de e vervoegde vreemdeling  in België.

  • Ongehuwde staat

De aanvrager en de vervoegde vreemdeling moeten ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat van de aanvrager en de vervoegde vreemdeling voorleggen.

  • Verblijf

De vreemdeling die vervoegd wordt, moet als begunstigde van een internationale beschermingsstatus toegelaten zijn tot een verblijf in België.

→ Een kopie van de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus en van de verblijfstitel voorleggen.

  • Beperking in cascade van het recht op gezinshereniging

Wanneer de vreemdeling die wordt herenigd zelf werd toegelaten of toegelaten tot verblijf als echtgeno(o)t(e) of ongehuwde partner overeenkomstig de artikelen 10, 10bis, 40bis, 40ter, 47/2,1° of 57/34/1 van de wet van 15 december 1980, kan het recht om zich bij hem te voegen op grond van huwelijk of partnerschap slechts worden toegekend als hij bewijst dat hij sinds 2 jaar legaal in België verblijft en voor zover de voorwaarden voor gezinshereniging vervuld zijn. [Artikel 10, §3 van de wet van 15 december 1980, gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - Inwerkingtreding op 1 september 2024].

Bijgevolg zullen alle niet-EU/EER die in België verblijven in het kader van gezinshereniging als echtgeno(o)t(e) of partner, met uitzondering van diegenen die genieten van gezinshereniging op basis van artikel 57/34 van de wet van 15 december 1980, 2 jaar moeten wachten vooraleer ze zich in België kunnen vervoegen met hun nieuwe echtgeno(o)t(e) of partner.

  • Bestaansmiddelen

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepaling: de partner van een vreemdeling die een statuut van geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.   

  • Huisvesting

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling: de partner van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over voldoende huisvesting beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.    

  • Verzekering

De vreemdeling die vervoegd wordt moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling: de partner van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over ziektekostenverzekering beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.  

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

  • Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

  • Samenleven

De aanvrager moet met de vervoegde vreemdeling komen samenleven. 

Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de vervoegde vreemdeling om een duurzame levensgemeenschap te creëren. In dat geval kan de aanvrager en/of de vervoegde vreemdeling voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd. 

Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een huwelijk met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren. Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.

Een minderjarig kind van een die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is, en/of van zijn echtgenoot of partner, heeft recht op gezinshereniging.Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden voor een gezinshereniging is voldaan.

  • Afstamming

De aanvrager moet bewijzen dat hij van de vervoegde vreemdeling, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.

Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezins- of aanverwantschapsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Leeftijd

De aanvrager moet minder dan 18 jaar oud zijn. 

→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.

Nuttige info : er wordt rekening gehouden met de leeftijd die het kind had op het moment waarop het verzoek om werd ingediend. Wanneer het kind gedurende of kort na het bekomen van de internationale bescherming de leeftijd van 18 jaar bereikt, kan het verzoek tot internationale bescherming tot drie maanden na de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus worden ingediend.  Bij de beoordeling van deze termijn van 3 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.   [Zie artikel 10, §1, 4° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

  • Ongehuwde staat

De aanvrager moet ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.

  • Ouderlijk gezag

Als de aanvrager de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft, moet hij aantonen dat de vervoegde Belg, of diens echtgenoot of partner, het ouderlijk gezag, inclusief het recht van bewaring, over hem uitoefent. Indien het ouderlijk gezag wordt gedeeld, dient de andere houder van het ouderlijk gezag zijn toestemming te geven voor de gezinshereniging. [Wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

Nuttige info: het ouderlijk gezag wordt verondersteld als de betrokken ouder een rechtsgeldige geboorteakte overlegt waarin zijn of haar naam als ouder van het kind wordt vermeld. Als een dergelijke geboorteakte echter niet kan worden overgelegd of als de geldigheid ervan wordt betwist, is het aan de verzoeker om de uitoefening van het ouderlijk gezag met alle wettelijke middelen te bewijzen, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake ouderlijk gezag.

  • Verblijf

De vreemdeling die vervoegd wordt, moet als begunstigde van een internationale beschermingsstatus toegelaten zijn tot een verblijf in België.

→ Een kopie van de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus en van de verblijfstitel voorleggen.

  • Bestaansmiddelen

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.  

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepalingen:

Een minderjarig kind moet niet het bewijs leveren dat de vervoegde vreemdeling over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien indien hij ongehuwd is, bij de vervoegde vreemdeling r komt wonen alvorens 18 jaar te zijn en de enige is die zich bij de vervoegde vreemdeling komt voegen (dit wil zeggen dat de andere ouder de gezinshereniging niet gelijktijdig aanvraagt).

> Een minderjarig kind van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien de afstamming voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken.

  • Huisvesting

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling:  een minderjarig kind van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over voldoende huisvesting beschikt, indien de afstamming voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken. 

  • Verzekering

De vreemdeling die vervoegd wordt moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling:  een minderjarig kind van een vreemdeling die een statuut van internationale bescherming geniet, moet niet het bewijs leveren dat deze vreemdeling over ziektekostenverzekering beschikt, indien de afstamming voorafgaat aan zijn/haar binnenkomst in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming. Bij de beoordeling van deze termijn van 12 maanden wordt er rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening van het verzoek objectief verschoonbaar maken. 

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

  • Samenleven

De aanvrager moet met de vervoegde vreemdeling komen samenleven. 

Een ongehuwd gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar van een die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is, en/of van zijn echtgenoot of partner, heeft recht op gezinshereniging.Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden voor een gezinshereniging is voldaan.

  • Afstamming

De aanvrager moet bewijzen dat hij van de vervoegde vreemdeling, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.

Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezins- of aanverwantschapsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Leeftijd

De aanvrager moet meer dan 18 jaar oud zijn. 

→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.

  • Ongehuwde staat

De aanvrager moet ongehuwd  (ongehuwd) zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.

  • Handicap

De aanvrager moet een attest van een arts erkend door de Belgische diplomatieke of consulaire post verantwoordelijk voor de verblijfplaats in het buitenland voorleggen, waarin bevestigd wordt dat de aanvrager niet in staat is om zichzelf te onderhouden ten gevolge van zijn handicap.

  • Verblijf

De vreemdeling die vervoegd wordt, moet als begunstigde van een internationale beschermingsstatus toegelaten zijn tot een verblijf in België.

→ Een kopie van de beslissing tot toekenning van de internationale beschermingsstatus en van de verblijfstitel voorleggen.

  • Bestaansmiddelen

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.  

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

  • Huisvesting

De vreemdeling die vervoegd wordt moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

  • Verzekering

De vreemdeling die vervoegd wordt moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

  • Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

  • Samenleven

De aanvrager moet met de vervoegde vreemdeling komen samenleven. 

Een ouders (vader en moeder) van een niet begeleide minderjarige die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is, heeft recht op gezinshereniging. Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden voor een gezinshereniging is voldaan. 

  • Identiteit

De aanvrager moet zijn identiteit aantonen.

→ Een geldig reisdocument, of elk document dat de identiteit op geldige wijze aantoont, voorleggen.

  • Afstamming

De aanvrager moet aantonen dat hij de vader of de moeder is van de vervoegde vreemdeling. 

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.

Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezins- of aanverwantschapsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Leeftijd 

De aanvrager moet komen samenleven met de vreemdeling die vervoegd wordt vooraleer deze vreemdeling de leeftijd van 18 jaar bereikt.

Nuttige info:  indien de vervoegde vreemdeling de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt tijdens of kort na het verlenen van , kan het verzoek tot gezinshereniging worden ingediend tot 3 maanden na de beslissing tot verlening van de internationale beschermingsstatus. Bij de beoordeling van deze termijn van 3 maanden wordt rekening gehouden met bijzondere omstandigheden die een objectieve rechtvaardiging vormen voor het te laat indienen van de aanvraag. [Artikel 10, §1, 7° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024], ]

  • Niet-begeleide minderjarige (NBMV)

De vervoegde vreemdeling moest jonger zijn dan 18 jaar toen hij om deze internationale bescherming verzocht. Anderzijds moet deze vreemdeling  België zijn binnengekomen zonder begeleid te zijn geweest door een meerderjarige vreemdeling die krachtens de wet verantwoordelijk is voor hem, en mag hij vervolgens niet onder de hoede van een dergelijke persoon hebben gestaan, of mag hij niet zonder begeleiding achtergelaten zijn nadat hij België was binnengekomen.

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

  • Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen.

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

Voorwaarden

De ouders (vader en moeder) van een begeleide minderjarige die als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in België toegelaten is hebben recht op gezinshereniging.  Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden voor een gezinshereniging is voldaan.  [Zie artikel 10, §1, 8° van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

  • Identiteit

De aanvrager moet zijn identiteit aantonen.

→ Een geldig reisdocument, of elk document dat de identiteit op geldige wijze aantoont, voorleggen.

  • Afstamming

De aanvrager moet aantonen dat hij de vader of de moeder is van de vreemdeling die vervoegd wordt en dat deze band reeds in het land van herkomst bestond.

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.

Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezinsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond.  Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot onderhouden en onderzoeken, of een aanvullende analyse (bijvoorbeeld een DNA-test) voorstellen. [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Leeftijd

De aanvrager moet komen samenleven met de vreemdeling die vervoegd wordt vooraleer deze vreemdeling de leeftijd van 18 jaar bereikt.

  • Ongehuwde staat

De vreemdeling die vervoegd wordt, moet celibatair (ongehuwd) zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de vreemdeling die vervoegd wordt oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.

  • Begeleide minderjarige 

De vreemdeling die vervoegd wordt, moet onder begeleiding van één of beide ouders in België verblijven.  

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een kunnen opleveren.

Voor meer info: Medisch attest

  • Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen.

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

Verzoek tot gezinshereniging

Het verzoek tot gezinshereniging wordt ofwel bij de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor de verblijfplaats in het buitenland ingediend, indien de aanvrager zich in het buitenland bevindt (aanvraag ), ofwel bij de gemeente van verblijf in België, indien de aanvrager zich in België bevindt.

Indien het verzoek tot gezinshereniging in België wordt ingediend wordt een bijzondere procedure voorzien.  [Zie koninklijk besluit van 17 juni 2024 tot wijziging van het betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van voor wat betreft het afgeleide verblijfsrecht voor de ouder van de minderjarige begeleide begunstigde van - Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2024].

Indien de aanvrager alle vereiste documenten voorlegt wanneer hij zijn verzoek tot gezinshereniging indient geeft de gemeente af en stuurt het verzoek en een kopie van de bijlage 15bis naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

De volgende documenten moeten worden voorgelegd wanneer het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend:

  • een geldig paspoort;
  • een uittreksel uit het strafregister;
  • het bewijs van de afstammingsband.

De gemeente beveelt dat een verblijfplaatsonderzoek wordt uitgevoerd.  Indien het onderzoek positief is, schrijft de gemeente de aanvrager in het vreemdelingenregister in en geeft een attest van attest af dat 9 maanden geldig is, vanaf de datum van afgifte van de bijlage 15bis.  Indien het onderzoek daarentegen negatief is, brengt de gemeente de Dienst Vreemdelingenzaken daarvan op de hoogte.

Indien de aanvrager niet alle vereiste documenten voorlegt wanneer hij zijn verzoek tot gezinshereniging indient, geeft de gemeente een af en stuurt een kopie naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

De Dienst Vreemdelingenzaken beschikt over een termijn van 9 maanden om een beslissing te nemen in verband met het verzoek tot gezinshereniging.  Hij kan deze termijn echter twee keer verlengen (+ maanden), indien het om een complexe aanvraag gaat (9 maanden + 3 maanden + 3 maanden).

Na de aanvraag te hebben onderzocht geeft de Dienst Vreemdelingenzaken een instructie aan de gemeente om een (positief onderzoek) af te geven of een (negatief onderzoek) te betekenen.

Nuttige info: indien de Dienst Vreemdelingenzaken geen beslissing heeft genomen na het verstrijken van de termijn van 9 maanden, die eventueel twee keer met 3 maanden verlengd werd, geeft de gemeente ambtshalve een A-kaart af aan de aanvrager.

De A-kaart is een jaar geldig, vanaf de datum van de beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken of vanaf de datum waarop de eventueel verlengde termijn van 9 maanden verstrijkt.  In afwachting van de afgifte van de A-kaart verlengt de gemeente het attest van immatriculatie.