Beroepsmogelijkheden

De Belgische wet behoudt het onderzoek van de beroepen op het gebied van asiel en migratie voor aan de administratieve rechtbanken. In bepaalde gevallen voorziet de wet een specifiek beroep bij de rechtbanken van de rechterlijke orde, wanneer het bijvoorbeeld gaat om een beslissing om een persoon van zijn vrijheid te beroven of indien geweigerd wordt om de geldigheid van een huwelijk te erkennen, omdat vermoed wordt dat het om een schijnhuwelijk zou kunnen gaan. In het kader van de reglementering inzake asiel en migratie schorten sommige beroepen de uitvoering van de beslissing op, en andere niet. Lees hier de mogelijke beroepen tegen de beslissingen tot verwijdering van personen die onwettig op het Belgisch grondgebied verblijven en hun eventuele opschortende gevolgen.

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is een administratieve rechtbank die gespecialiseerd is in de beroepen die ingediend worden tegen individuele beslissingen inzake asiel en migratie. Met uitzondering van de beroepen tegen de beslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (behalve de beslissingen die vermeld worden in artikel 39/2, §1, derde lid) is hij enkel bevoegd voor de nietigverklaring van beslissingen in het kader waarvan hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, geschonden worden, of in het kader waarvan er sprake is van overschrijding of misbruik van bevoegdheid. De Raad onderzoekt de wettelijkheid van de beslissing op het moment waarop die genomen werd. Wanneer een vreemdeling vraagt dat de beslissing nietig wordt verklaard is dit beroep in principe niet opschortend. Het beroep schort de uitvoering van de beslissing enkel in een beperkt aantal situaties op:

  • de opschorting wordt door middel van de uiterst dringende procedure aangevraagd. Deze procedure heeft automatisch een opschortend effect wanneer de verwijdering imminent is en het beroep binnen de 10 dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing, indien het om de eerste verwijderingsmaatregel gaat, of binnen de 5 dagen, vanaf de tweede verwijderingsmaatregel, wordt ingediend. Indien het uiterst dringend beroep na het verstrijken van deze termijnen wordt gediend zullen sommige voorwaarden moeten vervuld zijn opdat dit beroep automatisch een opschortende werking heeft (bijvoorbeeld indien de datum van de effectieve verwijdering niet binnen 48 uur voor deze verwijdering aan de betrokkene of zijn advocaat werd betekend). Het opschortingsverzoek bij uiterste dringendheid wordt binnen de 48 uur volgend op ontvangst door de Kamervoorzitter of de rechter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen onderzocht. Deze termijn wordt vijf dagen wanneer de verwijdering of terugdrijving voorzien is na een termijn van acht dagen.
  • de Raad beveelt dat de uitvoering van de beslissing opgeschort wordt totdat hij een beslissing heeft genomen over de nietigverklaring. De beslissing kan echter worden uitgevoerd vooraleer de Raad het bevel geeft om de uitvoering op te schorten, en dit buiten het kader van de uiterst dringende procedure.

Een administratief cassatieberoep tegen een beslissing van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen dat bij de Raad van State wordt ingediend heeft geen opschortend effect.

De persoon die met het oog op zijn verwijdering vastgehouden wordt, kan bij de Raadkamer van de Rechtbank van eerste aanleg elke maand een beroep indienen tegen de vrijheidsberoving waarvan hij het voorwerp uitmaakt. Indien de Kamer beveelt dat hij moet worden vrijgelaten en indien de Dienst Vreemdelingenzaken of het Openbaar Ministerie geen beroep aantekent, wordt hij onmiddellijk vrijgelaten. De beslissing tot verwijdering kan echter worden uitgevoerd vooraleer de Raadkamer zijn vonnis velt. De vastgehouden persoon kan bij de Kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep ook een beroep indienen tegen de beschikking die de opsluiting van de Raadkamer handhaaft. Dit beroep zal de uitvoering van de verwijderingsmaatregel niet opschorten. De verwijdering zal echter niet worden uitgevoerd indien de persoon het voorwerp is van een bevel tot vrijlating van de Raadkamer waartegen de Dienst Vreemdelingenzaken of het Openbaar Ministerie beroep aantekende. De beroepen tegen de verwijdering of de vrijheidsberoving bij andere (internationale) rechtbanken, zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het Hof van Justitie van de Europese Unie, het Belgisch Grondwettelijk Hof of andere Belgische civiele rechtbanken, schorten de uitvoering van de verwijdering niet op, tenzij deze rechtbanken bevelen dat de uitvoering van de beslissing wordt opgeschort totdat een vonnis geveld wordt.

De beroepen die met succes worden ingediend tegen de beslissingen waarop de verwijderingsmaatregel gebaseerd is (bijvoorbeeld de weigering van een regularisatieaanvraag om humanitaire redenen) hebben rechtstreekse gevolgen voor de verwijdering. Indien de Raad de beslissing nietig verklaart, is de verwijderingsmaatregel niet meer uitvoerbaar. De verwijderingsmaatregel kan echter worden uitgevoerd tijdens de beroepsprocedure, tenzij de Raad bevolen heeft dat de uitvoering van alle verbonden verwijderingsmaatregelen moet worden opgeschort. Wanneer hij het voorwerp uitmaakt van een verwijderings- of terugdrijvingsmaatregel waarvan de uitvoering imminent is, kan de vreemdeling vragen dat zijn gewone vordering tot schorsing, die bijvoorbeeld tegen de weigering van een regularisatieaanvraag om humanitaire redenen werd ingediend, sneller behandeld wordt. In uitzonderlijke gevallen zal een beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen tegen bepaalde beslissingen die beperkend opgesomd worden in de wet de uitvoering van alle verbonden verwijderingsmaatregelen automatisch opschorten, totdat een arrest wordt uitgevaardigd (bijvoorbeeld een beroep tegen een weigering tot gezinshereniging of een beroep tegen een weigering tot verblijf van een student).

De burgerrechtelijke procedures, zoals de afsluiting van een huwelijk, de registratie van de geboorte van een kind, een echtscheiding of de aankoop van een onroerend goed, hebben geen impact op de verwijderingsprocedure. De vreemdeling kan door zijn advocaat of een andere wettelijke vertegenwoordiger in België worden vertegenwoordigd en hij kan een visum kort verblijf aanvragen. Wanneer strafrechtelijke procedures interfereren of in conflict komen met de administratieve procedures zijn deze strafrechtelijke procedures prioritair en worden de administratieve procedures opgeschort totdat er geen conflict meer is (voorbeeld : de verwijderingsprocedures worden in geval van preventieve detentie opgeschort). Indien er geen conflict is, zullen de twee procedures worden afgehandeld. Het feit dat een persoon voor een getuigenis of een proces voor een strafrechtbank moet verschijnen schort de uitvoering van de verwijdering niet op. Deze persoon kan een visum kort verblijf aanvragen wanneer hij in het land van herkomst terugkeert en hij kan door zijn advocaat of een andere wettelijke vertegenwoordiger in België worden vertegenwoordigd.