Elke die bewijst dat hij een EU-burger is, kan meer dan drie maanden in België verblijven, indien hij aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
- Een werknemer of een zelfstandige zijn in België;
- België binnengekomen zijn om werk te zoeken en bewijzen dat hij verder werk zoekt en een gerede kans maakt om te worden aangeworven;
- Voor zichzelf over voldoende bestaansmiddelen beschikken om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale bijstandsstelsel in België, en beschikken over een ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt ;
- Ingeschreven zijn aan een georganiseerde, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstelling om er als hoofdbezigheid een studie, daaronder begrepen een beroepsopleiding, te volgen, en beschikken over een ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt, en door middel van een verklaring of van een gelijkwaardig middel van zijn keuze de zekerheid verschaffen dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale bijstandsstelsel in België.
De EU-burger die meer dan drie maanden in België wenst te verblijven moet een aanvraag voor een verklaring van inschrijving indienen bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats, en dit ten laatste na het verstrijken van de periode van drie maanden na de datum van aankomst in België [Bijlage 19 bij het koninklijk besluit van 08.10.1981].
Het gemeentebestuur schrijft de EU-burger die aantoont dat hij een onderdaan van een van de EU-lidstaten is in het wachtregister in. Indien de EU-burger daadwerkelijk in de gemeente verblijft (positief verblijfplaatsonderzoek) schrijft het gemeentebestuur hem in het vreemdelingenregister in.
Het gemeentebestuur houdt geen rekening met de aanvraag voor een verklaring van inschrijving van de EU-burger die niet aantoont dat hij een onderdaan van een van de EU-lidstaten is. [Bijlage 19 quinquies bij het koninklijk besluit van 08/10/1981]
Nuttige info:
De Dienst Vreemdelingenzaken kan een administratieve geldboete van 200 euro opleggen aan de EU-burger die zijn aanvraag niet voor het verstrijken van deze periode van drie maanden indient.
De EU-burger moet de documenten die aantonen dat hij beschikt over het recht om meer dan drie maanden in België te verblijven voorleggen om zijn aanvraag voor een verklaring van inschrijving te staven, en dit ten laatste binnen de drie maanden na deze aanvraag.
Mogelijke statussen om begunstigde te zijn van het recht op verblijf van meer dan drie maanden |
Documenten die moeten worden voorgelegd om de aanvraag voor de verklaring van inschrijving te staven (bijlage 19)
|
|
|
|
Nuttige info: De zelfstandige moet aangesloten zijn bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen. Het bewijs van deze aansluiting wordt door de gekozen kas echter rechtstreeks doorgestuurd naar het gemeentebestuur van de verblijfplaats. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Het gemeentebestuur weigert de aanvraag van de EU-burger die niet alle documenten voorlegt die aantonen dat hij meer dan drie maanden in België mag verblijven, om zijn aanvraag te staven, en dit ten laatste binnen de drie maanden na deze aanvraag. [Bijlage 20 bij het koninklijk besluit van 08/10/1981]
Het gemeentebestuur voorziet een bijkomende termijn van een maand voor deze EU-burger, vanaf de kennisgeving van de weigering van de aanvraag, om de ontbrekende documenten voor te leggen.
Indien de EU-burger de ontbrekende documenten niet voorgelegd heeft wanneer deze nieuwe termijn van een maand verstrijkt, behoudt het gemeentebestuur zijn beslissing.
Het gemeentebestuur kan het recht op verblijf van de EU-burger die alle documenten heeft voorgelegd die aantonen dat hij meer dan drie maanden in België mag verblijven, om zijn aanvraag voor een verklaring van inschrijving te staven, en dit ten laatste binnen de drie maanden na deze aanvraag, erkennen, indien deze EU-burger:
- een werknemer of een zelfstandige is;
- over voldoende bestaansmiddelen beschikt, voor zover het bewijs van de voldoende bestaansmiddelen geleverd wordt door middel van een invaliditeitsuitkering, een vervroegd pensioen, een ouderdomsuitkering of een uitkering van de arbeidsongevallen- of beroepsziektenverzekering waarover de betrokkene voor zichzelf beschikt;
- ingeschreven is aan een georganiseerde, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstelling, om er als hoofdbezigheid een studie te volgen;
- een echtgenoot of partner waarmee een geregistreerd partnerschap werd gesloten dat gelijkwaardig is met een huwelijk, in de zin van artikel 40bis, § 2, eerste lid, 1°, van de wet, is, voor zover de bloed-of aanverwantschapsband door middel van officiële documenten wordt aangetoond, overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten ter zake;
- een bloedverwant in neergaande lijn jonger dan 21 jaar, in de zin van artikel 40bis, § 2, eerste lid, 3°, van de wet, is, mits de band van bloedverwantschap en het recht van bewaring, en, bij gedeelde bewaring, de toestemming van de andere houder van het recht van bewaring, zijn bewezen door middel van officiële documenten, overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten ter zake.
Het gemeentebestuur overhandigt een voorlopig document dat zijn inschrijving aantoont aan de EU-burger [bijlage 8ter bij het koninklijk besluit van 08/10/1981]. Vervolgens overhandigt het gemeentebestuur een document dat zijn inschrijving aantoont aan de EU-burger [EU-kaart].
Nuttige info:
De EU-burger die in België werkt, maar er niet verblijft (grensarbeider) ontvangt geen verblijfskaart. Hoe kan ik de onlinediensten van de overheid gebruiken zonder eID? Zie Identificatie zonder eID | Helpcentrum (belgium.be)
Het gemeenbestuur dat het recht op verblijf van meer dan drie maanden van een EU-burger niet erkend heeft, stuurt de aanvraag voor een verklaring van inschrijving naar de Dienst Vreemdelingenzaken. [Bijlage 19 bij het koninklijk besluit van 08/10/1981]
De beslissing om het recht op verblijf van meer dan drie maanden in België te erkennen wordt ten laatste zes maanden na de datum van indiening van de aanvraag genomen.
Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het recht op verblijf erkent, overhandigt het gemeentebestuur een voorlopig document dat zijn inschrijving aantoont aan de EU-burger [bijlage 8ter bij het koninklijk besluit van 08/10/1981]. Vervolgens overhandigt het gemeentebestuur een document dat zijn inschrijving aantoont aan de EU-burger [EU-kaart].
Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het recht op verblijf niet aantoont, weigert hij de aanvraag voor verklaring van inschrijving en geeft, in voorkomend geval, een aan de EU-burger. [Bijlage 20 bij het koninklijk besluit van 08/10/1981]
Nuttige info:
De EU-burger die in België werkt, maar er niet verblijft (grensarbeider) ontvangt geen verblijfskaart. Hoe kan ik de onlinediensten van de overheid gebruiken zonder eID? Zie Identificatie zonder eID | Helpcentrum (belgium.be)