Een aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid wordt rechtstreeks ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) via aangetekend schrijven. Vervolgens wordt de aanvraag door de DVZ beoordeeld in functie van de voorwaarden voor inoverwegingname van de aanvraag zoals bepaald door de wet van 15 december 1980. Indien de DVZ beslist de aanvraag in overweging te nemen, wordt aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) een advies gevraagd.
https://www.cgvs.be/nl/staatlozen
Op basis van dit advies (dat uitsluitend aan de DVZ wordt verstrekt), neemt de DVZ een beslissing over het verblijf:
- In geval van een positieve beslissing, wordt een toelating tot verblijf van beperkte duur toegekend. Na het verstrijken van een termijn van 5 jaar wordt de vreemdeling in principe toegelaten tot een verblijf van onbeperkte duur
- In geval van een negatieve beslissing, kan een beroep worden ingediend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)
Alle vragen met betrekking tot deze procedure kunnen gesteld worden aan de Cel Opvolging Internationale Bescherming via stateless [at] ibz.fgov.be
Indienen van de aanvraag
Een aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid wordt rechtstreeks ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken via aangetekend schrijven:
Dienst Vreemdelingenzaken
Cel Opvolging Internationale Bescherming
Pachecolaan 44 – 1000 Brussel
De aanvraag vermeldt alle nuttige elementen die de aanvraag staven, evenals het adres van effectieve verblijfplaats in België.
Het komt aan de vreemdeling toe om volgende zaken aan te tonen:
- zijn identiteit en herkomst;
- dat hij geen nationaliteit heeft;
- dat hij deze buiten zijn wil heeft verloren;
- dat hij geen nationaliteit van een andere Staat kan verwerven of herkrijgen;
- en dat hij geen wettige en duurzame verblijfstitel kan verkrijgen in een andere Staat waarmee hij banden zou hebben.
Daartoe brengt hij in zijn aanvraag alle nodige elementen aan, in het bijzonder zijn verklaringen en alle documenten of stukken in zijn bezit met betrekking tot: zijn identiteit, herkomst, eerdere nationaliteit(en), leeftijd, achtergrond met inbegrip van die van relevante familieleden, land(en) en plaats(en) van eerder verblijf of waarmee hij een band heeft, reisroutes, identiteits- en reisdocumenten en de redenen die tot zijn staatloosheid hebben geleid.
De verzoeker moet de DVZ en het CGVS in staat stellen zich een zo gedetailleerd en volledig mogelijk beeld te vormen van de individuele situatie.
De stukken dienen te worden overgemaakt in één van de landstalen of het Engels, of minstens vergezeld van een vertaling in één van deze talen. De vreemdeling staat desgevallend in voor de vertaling van de stukken.
De DVZ en het CGVS hebben de mogelijkheid de vreemdeling te horen in elke fase van de procedure. Het is daarom aangewezen om in de aanvraag te vermelden of er nood is aan de aanwezigheid van een tolk en desgevallend in welke taal.
Alle vragen met betrekking tot deze procedure kunnen gesteld worden aan de Cel Opvolging Internationale Bescherming via stateless [at] ibz.fgov.be