Familieleden van een burger van de Europese Unie

1. Layout :

Sinds 11 oktober 2021 worden de verblijfstitels die door België aan de familieleden van een burger van de Europese Unie afgegeven worden volgens de laatste lay-out van het uniform Europees model voor verblijfstitels, namelijk dat van de verordening (EU) 2017/1954, afgegeven : [1]

 

 

Layout du règlement (UE) 2017/1954

Tot deze datum werden ze volgens dezelfde lay-out als die van de « oude » identiteitskaart die aan Belgen afgegeven werd afgegeven. Het ging om de volgende lay-out:

 

Carte de l'Union européenne (layout précédent)

Opgelet : de elektronische kaarten die volgens de vorige lay-out werden opgesteld blijven tot aan het einde van hun geldigheidsduur geldig.

2. Opschriften:

Met de invoering van het uniform Europees model van de verordening (EU) 2017/1954 werden de opschriften van de aan familieleden van burgers van de Europese Unie afgegeven elektronische kaarten gewijzigd, om het voorschrift van de verordening (EU) 2019/1157 te respecteren.

In de onderstaande tabel vindt u de opschriften van de elektronische kaarten die volgens de oude en de nieuwe lay-out zijn afgegeven, evenals hun overeenkomsten:

Familieleden van EU opschriften

De verandering van opschrift heeft niet tot gevolg dat de juridische draagwijdte van de betrokken elektronische kaarten gewijzigd wordt.

3. Geldigheidsduur :

Sinds 11 oktober 2021 en de invoering van het uniform Europees model van de verordening (EU) 2017/1954 bedraagt de geldigheidsduur van de elektronische kaarten die afgegeven worden aan de familieleden van een burger van de Europese Unie die over een duurzaam verblijf in België beschikt (« F+-kaarten ») 10 jaar.

In de onderstaande tabel vindt u de geldigheidsduur van de elektronische kaarten die afgegeven worden aan de familieleden van een burger van de Europese Unie: [2]

Famillie leden van EU Geldigheidsduur

 

 

[1] Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen.

[2] Artikel 31 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen