In de volgende situaties kan het verzoek tot gezinshereniging in België in België worden ingediend:

In de volgende situaties kan het verzoek tot gezinshereniging in België worden ingediend:

  1. De persoon die de gezinshereniging aanvraagt, is reeds tot een verblijf van beperkte duur in België gemachtigd (A- of H-kaart) en de voorwaarden voor een gezinshereniging zijn vervuld. 
  2. De persoon die de gezinshereniging aanvraagt, moet voor een kort verblijf in de Schengenruimte niet over een visum beschikken en de voorwaarden voor een gezinshereniging zijn vervuld. 
  3. De persoon die de gezinshereniging aanvraagt, heeft een visum ontvangen met het oog op een huwelijk of een wettelijke samenwoning in België en zijn plannen werden verwezenlijkt vooraleer het visum verstreek.

De procedure verloopt als volgt:

Het familielid moet zijn verzoek tot gezinshereniging indienen bij het gemeentebestuur van de plaats waar hij verblijft en de volgende documenten voorleggen:

  • het bewijs van de betaling van de retributie, tenzij hij vrijgesteld is ;
  • de documenten die vereist zijn voor de binnenkomst en het verblijf in België (paspoort, visum, verblijfstitel);
  • het bewijs dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet.

Voor meer info : : Voorwaarden & Bewijstukken

Indien de verzoeker in de gemeente verblijft (positief verblijfplaatsonderzoek) neemt het gemeentebestuur zijn verzoek in overweging en overhandigt hem een ontvangstbewijs van een aanvraag voor een toelating tot verblijf (bijlage 15bis). Vervolgens stuurt het gemeentebestuur het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

Indien de verzoeker niet in de gemeente verblijft (negatief verblijfplaatsonderzoek), betekent het gemeentebestuur een beslissing tot niet-inoverwegingname van een aanvraag voor een toelating tot verblijf (bijlage 15ter). De procedure wordt beëindigd.

De Dienst Vreemdelingenzaken moet de ontvankelijkheid van het verzoek binnen een termijn van vijf maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum, onderzoeken.

Indien het verzoek ontvankelijk is, overhandigt het gemeentebestuur een attest van immatriculatie aan de verzoeker.

Indien het verzoek onontvankelijk is, neemt de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing tot onontvankelijkheid van een aanvraag voor een toelating tot verblijf (bijlage 15quater). De procedure wordt beëindigd.

Indien het verzoek ontvankelijk is, moet de Dienst Vreemdelingenzaken zijn beslissing binnen een termijn van negen maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan hij deze termijn twee keer voor een periode van drie maanden verlengen.  In dit geval neemt hij zijn beslissing binnen een maximale termijn van 15 maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum (9 maanden + 3 maanden + 3 maanden).

Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek aanvaardt, overhandigt het gemeentebestuur een A-kaart aan de verzoeker.

Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek weigert, neemt hij een beslissing tot intrekking van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 14). De procedure wordt beëindigd.