[Artikel 10 van de wet van 15 december 1980]

Het minderjarige kind van een vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend moet, met documenten, aantonen dat de volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • Afstamming

De aanvrager moet bewijzen dat hij van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.

→ Een geboorteakte, of elk document dat het feit dat hij van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt op geldige wijze aantoont, voorleggen.

Bijzondere bepaling:

De aanvrager die geen authentieke akte kan voorleggen om zijn afstamming bewijzen moet uitleggen waarom hij dat niet kan doen en kan andere geldige bewijzen voorleggen.  

De alternatieve documenten die kunnen worden aanvaard om de afstamming te bewijzen, worden over het algemeen vermeld door de Belgische ambassade of het Belgisch consulaat die of dat bevoegd is voor de plaats waar de aanvrager verblijft. Deze documenten kunnen veranderen, indien de lokale praktijken of beleidsvormen, die het voorleggen van een specifiek document, tijdelijk of definitief, moeilijker of gemakkelijker maken, evolueren. 

Indien de aanvrager geen akte kan voorleggen die de afstamming op geldige wijze aantoont zal de Dienst Vreemdelingenzaken de visumaanvraag over het algemeen weigeren, onder voorbehoud van een DNA-test. Indien de andere voorwaarden voor de gezinshereniging vervuld zijn, kan het visum op basis van het positieve resultaat van deze test worden afgegeven.

  • Leeftijd

De aanvrager moet minder dan 18 jaar oud zijn. 

→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.

Bijzondere bepaling:

Een kind dat minderjarig was op het moment dat de gezinshereniger (vader of moeder) zijn/haar aanvraag om internationale bescherming in België heeft ingediend, behoudt zijn recht op gezinshereniging indien het meerderjarig geworden is tijdens het onderzoek van deze aanvraag, op voorwaarde dat de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen 12 maanden na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger..  [Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 01/08/2022 - Zaak C-279/20]

Deze termijn van 12 maanden kan worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) indien de aanvrager aantoont dat hij door overmacht verhinderd werd om zijn visumaanvraag tijdig in te dienen. 

-> Voorleggen van bijlage 26 bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1981, door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de gezinshereniger overhandigd bij de indiening van de aanvraag om internationale bescherming of, in geval van meervoudige aanvragen, voorleggen van bijlage 26quinquies.

  • Ongehuwde staat

De aanvrager moet ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.

  • Hoederecht

Indien de ouders van de aanvrager gescheiden zijn, moet de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner over een hoederecht beschikken.   Indien de hoede gedeeld wordt, moet de andere houder van het hoederecht met de gezinshereniging instemmen.

→ Het bewijs dat de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner over een hoederecht beschikt en, indien de hoede gedeeld wordt, dat de andere houder van het hoederecht zijn toestemming gegeven heeft, voorleggen

  • Ten laste zijn

De aanvrager moet ten laste zijn van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner.

→ Het bewijs dat de aanvrager ten laste is van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner voorleggen.

  • Status en verblijf van de gezinshereniger

De gezinshereniger moet in België over de status van beschermde vreemdeling beschikken en moet er legaal verblijven. 

→ De beslissing van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen om de vluchtelingenstatus te erkennen of subsidiaire bescherming toe te kennen, voorleggen, evenals een kopie van de verblijfstitel. 

  • Bestaansmiddelen

De gezinshereniger moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepaling:

De gezinshereniger moet niet bewijzen dat hij over bestaansmiddelen beschikt wanneer de afstamming van de aanvrager vóór zijn aankomst in België werd vastgesteld en het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming door het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Anderzijds moet de gezinshereniger niet bewijzen dat hij over bestaansmiddelen beschikt indien de aanvrager zijn kind, het kind van zijn echtgenoot, het kind van de vreemdeling waarmee een geregistreerd partnerschap gesloten werd dat als gelijkwaardig beschouwd wordt met het huwelijk in België, of een gemeenschappelijk kind is, en dit kind bij hem komt wonen alvorens 18 jaar te zijn en de enige is die zich bij de gezinshereniger komt voegen.

  • Huisvesting

De gezinshereniger moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling: De gezinshereniger moet niet bewijzen dat hij over voldoende huisvesting beschikt wanneer de afstamming van de aanvrager vóór zijn aankomst in België werd vastgesteld en het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming door het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

  • Verzekering

De gezinshereniger moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling: De gezinshereniger moet niet bewijzen dat hij over een verzekering beschikt wanneer de afstamming van de aanvrager vóór zijn aankomst in België werd vastgesteld en het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming door het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

  • Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

  • Samenleven

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven.