Gezinshereniging met een vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet

Het uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 stelt het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne, in de zin van artikel 5 van de richtlijn 2001/55/EG van 20 juli 2001, vast en voert een tijdelijke bescherming in.

Artikel 57/34 van de wet van 15 december 1980 bedoelt de familieleden van een vreemdeling die in de hoedanigheid van begunstigde van tijdelijke bescherming gemachtigd is om in België te verblijven, op basis van artikel 57/30.

Dit artikel 57/34 maakt een onderscheid tussen de leden van het kerngezin van deze vreemdeling (echtgenoot, minderjarige kinderen) en zijn andere naaste familieleden die met hem samenwoonden ten tijde van de gebeurtenissen die tot de massale toestroom van ontheemden geleid hebben (24 februari 2022) en te zijner laste waren.

De familieleden die zich in het buitenland bevinden en die geen houder zijn van een biometrisch paspoort of een verblijfstitel die een binnenkomst in de Schengenruimte zonder visum mogelijk maakt moeten een visum D aanvragen bij de Belgische ambassade of het Belgisch consulaat die of dat bevoegd is voor hun verblijfplaats.

De familieleden die zich reeds in België bevinden, moeten zich wenden tot het gemeentebestuur van hun verblijfplaats.

NB: De personen die niet als familieleden in de zin van artikel 57/34, §1 van de wet van 15 december 1980 worden beschouwd, kunnen een machtiging tot verblijf aanvragen op basis van artikel 9, indien ze zich in het buitenland bevinden (aanvraag visum D), of artikel 9bis indien ze zich reeds in België bevinden (verblijfsaanvraag wegens buitengewone omstandigheden)

[Artikel 57/34, §1, eerste lid, van de wet van 15 december 1980]

De leden van het kerngezin van een vreemdeling die in de hoedanigheid van begunstigde van tijdelijke bescherming, op basis van artikel 57/30 van de wet van 15 december 1980, gemachtigd is om in België te verblijven, zijn:

  • zijn echtgenoot, of de partner waarmee een partnerschap werd gesloten dat beschouwd wordt als zijnde gelijkwaardig met het huwelijk in België* ;
  • zijn minderjarige en ongehuwde kinderen, met inbegrip van geadopteerde kinderen;
  • de minderjarige en ongehuwde kinderen van zijn echtgenoot of zijn partner, met inbegrip van geadopteerde kinderen

* partnerschap afgesloten in Duitsland, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

De familieband kan na 24 februari 2022 ontstaan zijn.  Anderzijds worden de leden van het kerngezin die op 24 februari 2022 in een ander land leefden eveneens bedoeld.

De leden van het kerngezin zijn van rechtswege gemachtigd om meer dan 90 dagen in België te verblijven (A-kaart), op voorwaarde dat ze een volledig dossier voorleggen wanneer ze hun verblijfsaanvraag indienen.

→ Lees meer over de documenten die moeten worden voorgelegd in Bewijsstukken.

Artikel 57/34, §1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

De andere naaste familieleden* van een vreemdeling die gemachtigd is tot een verblijf in België in de hoedanigheid van begunstigde van de tijdelijke bescherming, op basis van artikel 57/30 van de wet van 15 december 1980, zijn diegenen die met hem samenwoonden ten tijde van de gebeurtenissen die tot de massale toestroom van ontheemden geleid hebben (24 februari 2022) en die volledig of hoofdzakelijk te zijner laste waren.

*Bijvoorbeeld een partner (feitelijke of geregistreerde partner), een ouder van een meerderjarig kind, een meerderjarig kind, een broer of een zus, een neef of een nicht, een neefje of een nichtje, enz.

De beslissing om de machtiging tot verblijf van meer dan 90 dagen in België al dan niet toe te kennen wordt door de Dienst Vreemdelingenzaken genomen, op basis van het dossier dat samen met de verblijfsaanvraag wordt voorgelegd (discretionaire bevoegdheid van de dienst). 

De andere familieleden die gemachtigd zijn om in België te verblijven, ontvangen een A-kaart.

→ Lees meer over de documenten die moeten worden voorgelegd in Bewijsstukken.

Het familielid van een begunstigde van de tijdelijke bescherming (hierna « de aanvrager ») die zich reeds in België bevindt, moet zich begeven naar het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats om zijn verblijfsaanvraag in te dienen.

Het familielid dat zich in het buitenland bevindt, moet zich aanbieden bij de Belgische ambassade of het Belgisch consulaat die of dat bevoegd is voor zijn verblijfplaats (hierna « de ambassade »), om een aanvraag voor een visum D met het oog op gezinshereniging in te dienen.

De aanvrager moet het bewijs van de betaling van de retributie niet voorleggen (kosteloos).

BELANGRIJK:

Indien u een van de onderstaande bewijsstukken niet kunt voorleggen, moet u schriftelijk uitleggen waarom u dit niet kunt doen.

Indien u geen geldig identiteitsdocument kunt voorleggen, moet u een  « certificate of personality » vragen aan de Oekraïense ambassade, Albert Lancasterlaan 30/32, 1180 Ukkel.

Indien de bewijsstukken in een andere taal dan het Duits, het Engels, het Frans of het Nederlands zijn opgesteld, dienen ze vergezeld te zijn van een beëdigde vertaling in één van deze vier talen.

  • Indien u de echtgenoot van een vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, of de persoon met wie hij verbonden is door een partnerschap dat als gelijkwaardig beschouwd wordt met het huwelijk in België*, moet u de volgende documenten voorleggen:

* partnerschap afgesloten in Duitsland, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

  • een kopie van de verblijfskaart van de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet;
  • een geldig paspoort/identiteitsbewijs;
  • een letterlijk afschrift van uw gelegaliseerde of van een apostille voorziene huwelijksakte;
  • een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document waaruit blijkt dat u niet veroordeeld werd wegens misdaden of wanbedrijven van gemeen recht, uitgereikt door het land van herkomst of door het land van uw laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan 6 maanden.

[Artikel 57/34, §1, eerste lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Indien u een minderjarig kind van een vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet of zijn echtgenoot bent, moet u de volgende documenten voorleggen:
  • een kopie van de verblijfskaart van de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet;
  • een geldig paspoort/identiteitsbewijs;
  • een letterlijk afschrift van uw gelegaliseerde of van een apostille voorziene geboorteakte en, in voorkomend geval, een letterlijk afschrift van de huwelijksakte van uw vader/moeder met de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet;
  • een bewijs van de ongehuwde staat;
  • in geval van scheiding van de ouders, de ouderlijke toestemming die u machtigt in België te verblijven in het kader van de gezinshereniging met uw andere ouder (uitspraak inzake het gezag of gewone brief)

[Artikel 57/34, §1, eerste lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Indien u de partner (wettelijke samenwoning/feitelijke partner) van een vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet bent, moet u de volgende documenten voorleggen:
  • een kopie van de verblijfskaart van de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet;
  • een geldig paspoort/identiteitsbewijs;
  • het bewijs van een wettelijk en effectief verblijf in Oekraïne met de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, ten tijde van de gebeurtenissen die tot de massale toestroom van ontheemden geleid hebben (24 februari 2022);
  • het bewijs dat u op hetzelfde moment (24 februari 2022) volledig of hoofdzakelijk ten laste was van deze begunstigde van de tijdelijke bescherming;
  • een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document waaruit blijkt dat u niet veroordeeld werd wegens misdaden of wanbedrijven van gemeen recht, uitgereikt door het land van herkomst of door het land van uw laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan 6 maanden.

[Artikel 57/34, §1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

  • Indien u een ander naast familielid bent van een vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, moet u de volgende documenten voorleggen:
  • een kopie van de verblijfskaart van de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet;
  • een geldig paspoort/identiteitsbewijs;
  • alle letterlijke afschriften van akten die de verwantschapsband met de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet aantonen (gelegaliseerde of van een apostille voorziene akten van geboorte/van afstamming);
  • het bewijs van een wettelijk en effectief verblijf in Oekraïne met de vreemdeling die tijdelijke bescherming geniet, ten tijde van de gebeurtenissen die tot de massale toestroom van ontheemden geleid hebben (24 februari 2022);
  • het bewijs dat u op hetzelfde moment (24 februari 2022) volledig of hoofdzakelijk ten laste was van deze begunstigde van de tijdelijke bescherming;
  • indien u 18 jaar of ouder bent, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document waaruit blijkt dat u niet veroordeeld werd wegens misdaden of wanbedrijven van gemeen recht, uitgereikt door het land van herkomst of door het land van uw laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan 6 maanden.

[Artikel 57/34, §1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

Indien het dossier volledig is, overhandigt het gemeentebestuur of de ambassade een eenvoudig ontvangstbewijs aan de aanvrager. Het gemeentebestuur of de ambassade stuurt het dossier voor beslissing naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

Indien het dossier onvolledig is, informeert het gemeentebestuur of de ambassade de aanvrager over de ontbrekende documenten. De algemene regel is dat het gemeentebestuur of de ambassade geen dossier aanvaardt dat niet op zijn minst de volgende zaken bevat:

  1. voor de leden van het kerngezin: de belangrijkste documenten (identiteitsbewijs en bewijs van de familieband);
  1. voor de naaste familieleden: de belangrijkste documenten (identiteitsbewijs en bewijs van de familieband) + het bewijs van een wettelijk en effectief verblijf in Oekraïne op 24/02/2022.

Indien deze documenten worden voorgelegd stuurt het gemeentebestuur of de ambassade het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken.   

De Dienst Vreemdelingenzaken neemt de beslissing voor alle dossiers. Hij moet deze beslissing niet binnen een bepaalde termijn nemen, maar hij verleent niettemin prioriteit aan deze dossiers.

Het lid van het kerngezin dat een volledig dossier heeft voorgelegd of schriftelijk heeft uitgelegd waarom hij een van de bewijsstukken niet kon voorleggen wordt van rechtswege gemachtigd om tijdelijk in België te verblijven.  Hij ontvangt een A-kaart waarvan de geldigheidsduur gelijk is aan die van de begunstigde van de tijdelijke bescherming.

Het andere naaste familielid dat een volledig dossier heeft voorgelegd wordt gemachtigd om tijdelijk in België te verblijven. Hij ontvangt een A-kaart waarvan de geldigheidsduur gelijk is aan die van de begunstigde van de tijdelijke bescherming.

Het familielid dat zich in het buitenland bevindt (visumaanvraag) ontvangt allereerst een visum van het type D, met de nationale vermelding B45. Vervolgens moet hij zich binnen de 8 dagen na zijn aankomst in België aanbieden bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats. Hij ontvangt een A-kaart wanneer hij zijn paspoort voorlegt.

De aanvrager die zich in België bevindt, wordt per brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken.

De aanvrager die zich in het buitenland bevindt, wordt door de ambassade op de hoogte gebracht (weigering van de visumaanvraag).

De beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken wordt in rechte en in feite gemotiveerd.

Deze beslissing kan binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de aanvrager het voorwerp uitmaken van een niet opschortend beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

  • Richtlijn 2001/55/EG van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (meer in het bijzonder artikel 15 betreffende het recht op gezinshereniging);
  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne, in de zin van artikel 5 van de richtlijn 2001/55/EG, met als gevolg de invoering van tijdelijke bescherming;
  • Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen - Hoofdstuk IIbis -Begunstigde van de tijdelijke bescherming - Artikel 57/29 tot 57/36 ;
  • Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen  – Artikelen 9 en 9bis voor de familieleden die niet bedoeld worden door  57/34.