Seizoenarbeiders

 

Onderdanen van een derde land die als seizoenarbeiders tijdelijk in België willen verblijven, kunnen gebruik maken van de regelgeving omtrent seizoenarbeiders ter omzetting van de richtlijn 2014/36/EU vormt.

 

Een seizoenarbeider is een onderdaan van een derde land die tijdelijk in België verblijft om er als seizoenarbeider te werken, maar wiens hoofdverblijfplaats buiten de Europese Unie blijft.

De seizoenarbeid kan in het kader van een kort verblijf (tot 90 dagen) of een lang verblijf (meer dan 90 dagen maar (maximum 150/365 dagen) verricht worden.

Om als seizoenarbeider in het kader van een lang verblijf te werken is een seizoenarbeidersvergunning nodig. Deze wordt door de werkgever aangevraagd bij de bevoegde regionale overheid via het digitaal platform van het Uniek Loket. 

https://www.international.socialsecurity.be/working_in_belgium/nl/gecombineerde-vergunning.html

De aanvraag kan enkel ingediend worden indien de onderdaan van een derde land zich op dat moment  buiten de Europese Unie bevindt.

Indiening van de aanvraag voor een seizoenarbeidersvergunning (gecombineerde aanvraagprocedure)

De aanvraagprocedure voor een seizoenarbeidersvergunning is een “gecombineerde aanvraagprocedure”, waarbij de vergunning zowel de machtiging tot verblijf (component “verblijf”) als de toelating tot arbeid (component “werk”) omvat.

Voor de vergunning dienen de bewijsdocumenten voor zowel het component werk als het component verblijf bij de aanvraag ingediend worden.

Dienst Vreemdelingenzaken is de bevoegde overheid voor het component “verblijf” en zal de aanvraag op dit vlak beoordelen.

Het component “werk” wordt beoordeeld door de regionale overheid bevoegd voor tewerkstelling. Meer informatie over de voorwaarden om als seizoenarbeider in België te kunnen werken, kan op de websites van de bevoegde regionale overheden worden gevonden. (zie Nuttige links)

De werkgever in België vraagt de seizoenarbeidersvergunning aan bij de bevoegde regionale overheid via het Uniek Loket.

De werkgever voegt de volgende documenten met betrekking tot het verblijf toe bij de aanvraag:

  • een kopie van het geldig paspoort of een kopie van een daarmee gelijkgesteld reisdocument;
  • het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, om te voorkomen dat de seizoenarbeider ten laste van het sociale bijstandsstelsel komt te vallen. Hiervoor wordt in de eerste plaats gekeken naar de inkomsten die de onderdaan van een derde land als seizoenarbeider zal verdienen;
  • het bewijs van een ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt, te beschikken;
  • het bewijs van voldoende huisvesting in België dat voldoet aan alle voorwaarden waaraan een onroerend goed dat als hoofdverblijfplaats wordt gebruikt, moet voldoen;
  • een geneeskundig getuigschrift waaruit blijkt dat de aanvrager niet lijdt aan één van de in de bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten ;
  • indien de aanvrager ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht;
  • Indien de onderdaan van een derde land reeds in de voorbije 5 jaar in België heeft verbleven als seizoenarbeider, moet dit vermeld worden in de aanvraag.

In deze documenten moeten bovendien de volgende inlichtingen terug te vinden zijn:

  • Belgische diplomatieke of consulaire post waar het visum zal worden aangevraagd;
  • Persoonlijk e-mailadres van de onderdaan van een derde land en mailadres van de werkgever.
Behandelingstermijn

Indien alle documenten bij de aanvraag zijn gevoegd, onderzoekt de regionale overheid de ontvankelijkheid van de aanvraag.  De regionale overheid bevoegd voor werk en de Dienst Vreemdelingenzaken nemen ten laatste binnen de 90 dagen een beslissing over deze aanvraag.

Wanneer  bijkomende informatie nodig is, wordt er gevraagd om het dossier binnen de 10 dagen aan te vullen met de ontbrekende of aanvullende informatie.

De beslissing wordt binnen een termijn 60 dagen genomen indien de onderdaan van een derde land reeds in België heeft verbleven als seizoenarbeider in de voorafgaande 5 jaar en deze zich steeds aan alle regels heeft gehouden.

Aandachtspunt: Gelet op de standaard behandelingstermijn van 90 dagen, wordt de aanvraag door de werkgever dus het best minstens 90 dagen voorafgaand aan de gewenste startdatum van de seizoenarbeid bij de regionale overheid ingediend.

Een visum is nodig om naar België te mogen reizen. Wanneer de seizoenarbeider de positieve beslissing ontvangen heeft, kan deze het visum gaan aanvragen.

Dit visum (visum D) dient aangevraagd te worden bij de Belgische diplomatieke of consulaire post in het land waar de seizoenarbeider zich bevindt. Hiervoor heeft de seizoenarbeider een geldig paspoort (of een gelijkgesteld reisdocument) en de positieve beslissing van België nodig waarmee de seizoenarbeidersvergunning toegekend wordt. Deze positieve beslissing is een zgn. “bijlage 46” en wordt aan het opgegeven verblijfsadres in het buitenland afgeleverd.

Op het visum wordt vermeld dat het om een visum voor een seizoenarbeider gaat d.m.v. de vermelding “B36” en is geldig voor meer dan 90 dagen.

De lijst van de Belgische ambassades en consulaten wordt op de site van de FOD Buitenlandse Zaken gepubliceerd (www.diplomatie.belgium.be).

Aandachtpunt: In de meeste landen werkt de ambassades en consulaten samen met een externe dienstverlener (VFS Global of TLS Contact). Deze dienstverlener beheert de afspraken en ontvangt de visumaanvragen. Het wordt sterk aanbevolen om de praktische informatie die op de site van de dienstverlener gepubliceerd wordt te lezen vooraleer men stappen onderneemt. 

Voorlopig verblijfsdocument (bijlage 49)

Na aankomst in België dient de seizoenarbeider zich zo snel mogelijk, en ten laatste binnen 8 werkdagen, naar het gemeentebestuur van diens verblijfsplaats te begeven voor de inschrijving in het vreemdelingenregister.

De gemeente zal een wijkagent sturen om te controleren of de seizoenarbeider verblijft op de opgegeven verblijfplaats. Wanneer deze controle positief is, krijgt de seizoenarbeider de seizoenarbeidersvergunning.

Aangezien het echter enige tijd duurt om de elektronische kaart van deze vergunning aan te maken (een zgn. A-kaart), zal de gemeente een voorlopig verblijfsdocument aan de seizoenarbeider afgeven (een zgn. “bijlage 49”).

Het voorlopig verblijfsdocument (bijlage 49) is 45 dagen geldig en kan iedere keer met dezelfde duur verlengd worden, totdat de seizoenarbeidersvergunning wordt afgegeven.

Aandachtspunt: Het wordt aangeraden om rekening te houden met de eventuele wachttermijn om een afspraak bij het gemeentebestuur te kunnen bekomen.

Verblijfsrecht als seizoenarbeider

De seizoenarbeidersvergunning (A-kaart) bevat zowel een machtiging tot verblijf als een toelating tot de arbeid. De toegekende duur van machtiging tot verblijf wordt gelijkgesteld met de toegekende duur van de toelating tot de arbeid door de regionale overheid bevoegd voor werk.

De duur van de seizoenarbeidersvergunning bedraagt maximaal 150 dagen binnen een totale periode van 365 dagen.

Deze vergunning kan vernieuwd worden rekening houdend met deze maximale duur van 150 op 365 dagen.

 

 

Indiening van de vernieuwingsaanvraag voor seizoenarbeidersvergunning (gecombineerde vergunning)

Indien de werkgever na afloop van de initiële arbeidsovereenkomst de seizoenarbeider nog verder met de seizoenarbeider wil werken of deze een andere Belgische werkgever heeft gevonden, kan deze de vernieuwing van de seizoenarbeidersvergunning aanvragen bij de regionale overheid bevoegd voor tewerkstelling, voor zover de maximale duur van 150 op 365 dagen nog niet  is bereikt. Dit moet ten laatste 1 maand voor het einde van de geldigheid van het lang verblijf als seizoenarbeider aangevraagd worden.

De werkgever voegt de volgende documenten toe bij de aanvraag:

  • een kopie van het geldig paspoort of een kopie van een daarmee gelijkgesteld reisdocument;
  • het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, om te voorkomen dat de seizoenarbeider ten laste van het sociale bijstandsstelsel komt te vallen.
  • een kopie van de geldige seizoenarbeidersvergunning die of het visum lang verblijf dat het verblijf van de betrokkene dekt;
  • het bewijs over een ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt, te beschikken;
  • het bewijs van voldoende huisvesting in België dat voldoet aan alle voorwaarden waaraan een onroerend goed dat als hoofdverblijfplaats wordt gebruikt, moet voldoen.

De aanvraag tot vernieuwing kan ook ingediend worden vanuit kort verblijf als seizoenarbeider.  In dat geval worden de volgende documenten toegevoegd:

  • een kopie van het geldig paspoort of een kopie van een daarmee gelijkgesteld reisdocument;
  • het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, om te voorkomen dat de seizoenarbeider ten laste van het sociale bijstandsstelsel komt te vallen. Hiervoor wordt in de eerste plaats gekeken naar de inkomsten die de onderdaan van een derde land als seizoenarbeider zal verdienen;
  • het bewijs over een ziektekostenverzekering die alle risico's in België dekt, te beschikken;
  • het bewijs van voldoende huisvesting in België dat voldoet aan alle voorwaarden waaraan een onroerend goed dat als hoofdverblijfplaats wordt gebruikt, moet voldoen;
  • een geneeskundig getuigschrift waaruit blijkt dat de aanvrager niet lijdt aan één van de in de bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten ;
  • indien de aanvrager ouder is dan achttien jaar, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document, en in voorkomend geval zijn gelegaliseerde vertaling, afgegeven door het land van oorsprong of het land van zijn laatste verblijfplaats, dat niet ouder is dan zes maanden en bevestigt dat hij niet veroordeeld is geweest voor misdaden of wanbedrijven van gemeen recht;
  • een kopie van het document overeenkomstig de bijlage 3 dat in het kader van het kort verblijf als seizoenarbeider was afgeleverd.

Aandachtpunt: Er wordt aangeraden om het uittreksel uit het strafregister (of gelijkwaardig document) vóór aankomst aan te vragen wanneer de seizoenarbeider aanvankelijk onder kort verblijf in België wenst te verblijven, maar de mogelijkheid bestaat dat het verblijf van maximaal 90 dagen zal uitgebreid worden via de indiening van een procedure single permit!

Behandelingstermijn

Indien alle documenten bij de aanvraag zijn gevoegd en de aanvraag ontvankelijk werd verklaard door het de regionale overheid, starten de regionale overheid bevoegd voor werk en de Dienst Vreemdelingenzaken met het onderzoek van de aanvraag. Zo snel mogelijk, maar ten laatste binnen de 30 dagen nemen de overheden een beslissing over deze aanvraag.

Wanneer echter niet alle vereiste documenten bij de aanvraag zijn gevoegd, wordt er gevraagd om het dossier binnen de 10 dagen aan te vullen met de ontbrekende of aanvullende documenten.

Indien de seizoenarbeidersvergunning vervalt tijdens de vernieuwingsprocedure, ontvangt de seizoenarbeider een voorlopig verblijfsdocument (bijlage 49) waarmee deze in België als seizoenarbeider mag verblijven in afwachting van de beslissing over de vernieuwing. Hiertoe dient wel de ontvankelijkheidsbeslissing door het gewest en oude seizoenarbeidersvergunning voorgelegd te worden. Het voorlopig verblijfsdocument is 15 dagen geldig en kan eenmaal met dezelfde duur verlengd worden.

Indien de bijlage 3 vervalt voor het kort verblijf als seizoenarbeider verlengd werd, kan de bijlage 3 verlengd worden in afwachting van het nemen van een beslissing op voorlegging van de ontvankelijkheidsbeslissing door het gewest en de bijlage 3. De bijlage 3 kan telkens met 15 dagen verlengd worden.

Vernieuwing van de seizoenarbeidersvergunning

Wanneer een positieve beslissing tot vernieuwing van de seizoenarbeidersvergunning werd genomen, ontvangt de seizoenarbeider een bijlage 46. Met deze bijlage begeeft de seizoenarbeider zich naar het gemeentebestuur en vraagt deze er de vernieuwing van de seizoenarbeidersvergunning aan. De burgemeester of zijn gemachtigde vernieuwt de vergunning (A-kaart) onmiddellijk, nadat de seizoenarbeider de bijlage 46 aan het gemeentebestuur heeft voorgelegd.

De toegestane duur van het verblijf hangt af van de toegestane duur van de toelating tot arbeid.

Het verblijf als seizoenarbeider is een tijdelijk verblijf van maximaal 150 op 365 dagen, nadien moet de onderdaan van een derde land terugkeren naar zijn hoofdverblijfplaats buiten de Unie.

Bij een volgend verblijf binnen de 5 jaar wordt er rekening mee gehouden of de onderdaan van een derde land zich aan alle regels heeft gehouden of niet tijdens de voorgaande verblijven.